HET PARCOURS
Goede skiërs opleiden tot vakbekwame skileraars is de kerntaak van BFSI. De normen opgesteld door de IVSI/IFSI (International Federation of Snowsport Instructors) vormen de rode draad die doorheen onze cursussen loopt.
STAP 1: TOELATINGSPROEF
Om deel te kunnen nemen aan de opleiding niveau initiator moet vooreerst een toelatingsproef worden afgelegd. De toelatingsproeven worden zowel in binnen- als buitenland georganiseerd.
STAP 2: OPLEIDING INITIATOR
Het eerste deel van de opleiding tot skileraar behelst het niveau initiator. Hierbij worden de eerste stappen van het skiën tot en met basisparallel aangeleerd. Deze opleiding wordt zowel in binnen- als buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit drie grote onderdelen: didactiek, techniek en theorie.
STAP 3: OPLEIDING INSTRUCTEUR
Het tweede deel van de opleiding tot skileraar behelst het niveau instructeur. Hierbij worden de verschillende parallelbochten nader bekeken. Deze opleiding wordt enkel in het buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit drie grote onderdelen: didactiek, techniek en theorie.
STAP 4: OPLEIDING SKILERAAR
Het derde onderdeel van de opleiding behelst het niveau skileraar. Naast een verdere uitdieping van de parallelbochten, worden tevens buitenpiste skiën, carven en bultenskiën aangebracht. Deze opleiding wordt enkel in het buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit drie grote onderdelen: didactiek, techniek en theorie.
STAP 5: OPLEIDING TRAINER
Het laatste onderdeel van de opleiding behelst het niveau trainer. Hier ligt de focus op wedstrijdtechnieken, nl. speciale slalom en reuzenslalom. Deze opleiding wordt enkel in het buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit twee grote onderdelen: techniek en theorie.
STAP 6: OPLEIDING TOT DOCENT
Diegene die met succes het onderdeel skileraar hebben afgewerkt, kunnen door de opleidingscommissie worden uitgenodigd om een stage tot docent af te leggen.
Goede skiërs opleiden tot vakbekwame skileraars is de kerntaak van BFSI. De normen opgesteld door de IVSI/IFSI (International Federation of Snowsport Instructors) vormen de rode draad die doorheen onze cursussen loopt.
STAP 1: TOELATINGSPROEF
Om deel te kunnen nemen aan de opleiding niveau initiator moet vooreerst een toelatingsproef worden afgelegd. De toelatingsproeven worden zowel in binnen- als buitenland georganiseerd.
STAP 2: OPLEIDING INITIATOR
Het eerste deel van de opleiding tot skileraar behelst het niveau initiator. Hierbij worden de eerste stappen van het skiën tot en met basisparallel aangeleerd. Deze opleiding wordt zowel in binnen- als buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit drie grote onderdelen: didactiek, techniek en theorie.
STAP 3: OPLEIDING INSTRUCTEUR
Het tweede deel van de opleiding tot skileraar behelst het niveau instructeur. Hierbij worden de verschillende parallelbochten nader bekeken. Deze opleiding wordt enkel in het buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit drie grote onderdelen: didactiek, techniek en theorie.
STAP 4: OPLEIDING SKILERAAR
Het derde onderdeel van de opleiding behelst het niveau skileraar. Naast een verdere uitdieping van de parallelbochten, worden tevens buitenpiste skiën, carven en bultenskiën aangebracht. Deze opleiding wordt enkel in het buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit drie grote onderdelen: didactiek, techniek en theorie.
STAP 5: OPLEIDING TRAINER
Het laatste onderdeel van de opleiding behelst het niveau trainer. Hier ligt de focus op wedstrijdtechnieken, nl. speciale slalom en reuzenslalom. Deze opleiding wordt enkel in het buitenland georganiseerd. De opleiding bestaat uit twee grote onderdelen: techniek en theorie.
STAP 6: OPLEIDING TOT DOCENT
Diegene die met succes het onderdeel skileraar hebben afgewerkt, kunnen door de opleidingscommissie worden uitgenodigd om een stage tot docent af te leggen.
DE TOELATINGSPROEF
Voor de toelatingsproeven zijn geen voorinschrijvingen nodig. Het is wel raadzaam om je nu al op de website te registreren om de afhandeling van je behaalde resultaat later sneller te kunnen verwerken.Je moet minstens 15 jaar zijn bij aanvang van de proef.
De kandidaten dienen zich een half uur voor het aanvangsuur aan te melden bij de BFSI-verantwoordelijke.
Je wordt getest op korte en grote parallelbochten. Volgende onderdelen worden beoordeeld:
- correcte basishouding
- Bewegingsverloop van de bocht: parallel, gegleden stuurfase
- Belasting- en kantenwissel: voorinwaartse hoogbeweging, progressieve buiging van de benen
- Stokinzet: voorbereiding en timing
Om te slagen moet je op beide onderdelen gezamenlijk minstens 50% behalen.
Indien men slaagt bekomt men een getuigschrift. Dit getuigschrift is onbeperkt in tijd geldig.
De kostprijs bedraagt 15 EURO.
De skibaan wordt apart betaald via de BFSI-verantwoordelijke ter plaatse.
Vrijstelling tot toelatingsproef. Je dient geen toelatingsproef af te leggen indien je in bezit bent van:
- “ chamois d’argent “ van max. twee jaar oud
- “ fléche vermeil “ van max. twee jaar oud
- een getuigschrift geslaagd in de technische toelatingsproef VTS (kopie van het brevet dient te worden voorgelegd bij inshrijving)
Je kan je ook voorbereiden op de toelatingsproef. Hiervoor heb je twee mogelijkheden:
- je volgt een training van 2 uur vooraf. Zie hiervoor bij trainingen, voorbereiding toelatingsproef.
- je volgt een training van 5 u vooraf. Zie hiervoor bij trainingen, voorbereiding initiator.
OPLEIDING INITIATOR
1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus intiator. Je bent dus ook geslaagd voor de toelatingsproef en je zorgt ervoor dat je het bewijs meebrengt. De cursus bereidt je voor op het lesgeven aan beginnende skiërs. Verder wordt er ook gewerkt aan het verbeteren van je eigen skitechniek en demo’s. Het diploma initiator is de eerste stap van je opleiding binnen BFSI. De volgende stappen zijn instructeur, skileraar en trainer.
2. INHOUD
De cursus bestaat uit 3 onderdelen: een didactisch gedeelte (lesgeven), een skitechnisch (eigen skitechniek en demo’s skiën) en een theoretisch gedeelte. Om je diploma te behalen, moet je slagen voor de drie onderdelen. De cursus wordt afgewerkt gedurende 7 dagen in de bergen of gedurende 4 weekends op een indoor skibaan. Op het einde van deze periode worden de praktische examens afgenomen door twee docenten, d.w.z. didactiek en skitechniek. In principe gebeurt dit op een indoor skibaan. Er wordt van jou verwacht minstens 80% van het praktijkgedeelte aanwezig te zijn en open te staan voor de lessen van de docent . Een theoretisch deel wordt later tijdens een volledig weekend gegeven voor het theoretisch examen.
3. EXAMENREGELING
Als de drie onderdelen zijn afgewerkt, krijg je de officiële uitslag. Voor skitechniek, didactiek en theorie moet je telkens minstens een voldoende (B-score) scoren. Indien je geslaagd bent, krijg je het diploma bij het begin van het volgende seizoen. Als je een tekort hebt voor één of meerdere onderdelen, kan je inschrijven voor een herexamen dat binnen de drie jaar afgelegd dient te worden. Als het tekort heel klein is, kan de docent een deliberatie voorstellen, mede op basis van de rest van je cijfers. Voor didactiek kunnen eventueel je proeflessen mee in rekening gebracht worden.
4. TOELATINGSVOORWAARDEN
Het docententeam wenst je succes!
1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus intiator. Je bent dus ook geslaagd voor de toelatingsproef en je zorgt ervoor dat je het bewijs meebrengt. De cursus bereidt je voor op het lesgeven aan beginnende skiërs. Verder wordt er ook gewerkt aan het verbeteren van je eigen skitechniek en demo’s. Het diploma initiator is de eerste stap van je opleiding binnen BFSI. De volgende stappen zijn instructeur, skileraar en trainer.
2. INHOUD
De cursus bestaat uit 3 onderdelen: een didactisch gedeelte (lesgeven), een skitechnisch (eigen skitechniek en demo’s skiën) en een theoretisch gedeelte. Om je diploma te behalen, moet je slagen voor de drie onderdelen. De cursus wordt afgewerkt gedurende 7 dagen in de bergen of gedurende 4 weekends op een indoor skibaan. Op het einde van deze periode worden de praktische examens afgenomen door twee docenten, d.w.z. didactiek en skitechniek. In principe gebeurt dit op een indoor skibaan. Er wordt van jou verwacht minstens 80% van het praktijkgedeelte aanwezig te zijn en open te staan voor de lessen van de docent . Een theoretisch deel wordt later tijdens een volledig weekend gegeven voor het theoretisch examen.
- A. Didactisch luik: Gedurende de cursus krijg je zowel en de voor- als in de namiddag les. Het leerplan wordt doorlopen van beginner tot basisparallelbocht. ‘s Avonds worden deze lessen opnieuw doorgenomen. De docent geeft van elk onderwerp een typeles. Je geeft zelf 2 proeflessen waarvan je onmiddellijk feedback krijgt. Op die manier kan je de examenles goed voorbereiden. De examenles wordt geloot op het einde van de cursus. Deze wordt geëvalueerd door twee docenten. Op het einde van de praktijkexamens worden de resultaten meegedeeld met feedback. Je bent geslaagd indien je minstens voldoende (B-score) behaalt. De lessen zijn: materaalgewenning, afdalen in de hellingslijn, aanleren sneeuwploeg, aanleren ploegbocht, schuin voorwaarts afdalen, zijwaarts afglijden, bergwaarts wenden, elementaire bocht, aanleren basisparallelbocht, basisparallelbocht met aanleren stokinzet, verkorten radius.
- B. Skitechnisch luik: Dagelijks wordt er tijd besteed aan het bijwerken van je skitechniek, aangevuld met videobesprekingen. Enerzijds worden je parallelbochten verbeterd en anderzijds wordt er gewerkt aan het afwerken van je demo’s op basisniveau. Na een week trainen, moet je tonen dat je de gevraagde technieken beheerst en kan demonstreren. De demo’s worden op de juiste snelheid geskied. De demo’s zijn: vrije afdaling met ritmewissel, parallelbochten met lange radius, bergwaarts wenden, zijwaarts afglijden, ploegbocht, elementaire bocht en basisparallelbocht. Iedere demo mag je tweemaal skiën, de behaalde punten worden samengeteld. Je bent geslaagd indien je voor elke demo een voldoende (B-score) behaalt.
- C. Theoretisch luik: Na de praktijk volgt er nog een theorieweekend op de sportfaculteit in Leuven. Aanwezigheid is niet verplicht maar wordt toch sterk aangeraden. Hier krijg je nog een aantal vakken waarvan je later een theoretische examen aflegt: fysiologische invloed van het bergklimaat, algemene conditietraining, EHBO, geschiedenis van het skiën, materiaal en uitrusting, skiën voor kinderen, liftgebruik, sneeuwsport en milieu. Methodiek en didactiek worden tijdens de praktijk gegeven, maar moeten voor het examen gekend zijn.
3. EXAMENREGELING
Als de drie onderdelen zijn afgewerkt, krijg je de officiële uitslag. Voor skitechniek, didactiek en theorie moet je telkens minstens een voldoende (B-score) scoren. Indien je geslaagd bent, krijg je het diploma bij het begin van het volgende seizoen. Als je een tekort hebt voor één of meerdere onderdelen, kan je inschrijven voor een herexamen dat binnen de drie jaar afgelegd dient te worden. Als het tekort heel klein is, kan de docent een deliberatie voorstellen, mede op basis van de rest van je cijfers. Voor didactiek kunnen eventueel je proeflessen mee in rekening gebracht worden.
4. TOELATINGSVOORWAARDEN
- minimum 16 jaar zijn bij het begin van de opleiding
- een verklaring ondertekenen waarbij de kandidaat bevestigt dat hij/zij medisch geschikt is om de cursus te volgen en skiles te geven
- slagen in de toelatingsproef afgenomen door BFSI of in het bezit zijn van: Chamois d'argent, fléche vermeil of toelatingsproef VTS
- Theorie: algemene didactiek 2u, kinderski 1u, skigymnastiek 1u, materiaal en uitrusting 2u, EHBO 4u, fysiologie van het hooggebergte 2u, specifieke didactiek en opbouw skileerplan 16u, ski en milieu 1u, geschiedenis van het skiën 1u. Totaal 30u.
- Praktijk techniek: analyse en inoefenen van de technieken van de basisschool, persoonlijke techniekverbetering, praktijkexamens. Totaal 50u.
- Praktijk didactiek: didactische oefeningen betreffende de leerstof. Totaal 20u.
- Algemeen totaal: 100u.
- voor personen die in het bezit zijn van een VTS of ADEPS getuigschrift initiator sneeuw- of kunstpiste, kandidaten die van deze vrijstelling gebruik willen maken melden dit vooraf en tijdig aan Steven Maes via steven.maes@bfsi.be
Het docententeam wenst je succes!
OPLEIDING INSTRUCTEUR
1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus instructeur. Je bent dus ook geslaagd voor de opleiding initiator. De cursus bereidt je voor op het lesgeven aan gevorderde skiërs. Verder wordt er ook gewerkt aan het verbeteren van je eigen skitechniek en demo’s. Het diploma instructeur is de tweede stap van je opleiding binnen BFSI. De volgende stappen zijn skileraar en trainer.
2. INHOUD
De cursus bestaat uit 4 onderdelen: een didactisch gedeelte (lesgeven), een skitechnisch (eigen skitechniek en demo’s skiën), een praktisch gedeelte en een theoretisch gedeelte. Om je diploma te behalen, moet je slagen voor de drie onderdelen didactiek, techniek en theorie en moet je stage volbrengen bij een skischool of skireisorganisatie. De cursus wordt afgewerkt gedurende 2 dagen op een indoor skibaan en 7 dagen in de bergen. Op het einde van deze periode in de bergen worden de praktische examens afgenomen door één docent, d.w.z. didactiek en skitechniek. Er wordt van jou verwacht minstens 80% van het praktijkgedeelte aanwezig te zijn en open te staan voor de lessen van de docent . Een theoretisch deel wordt later tijdens een volledig weekend gegeven voor het theoretisch examen.
3. EXAMENREGELING
Als de drie onderdelen zijn afgewerkt, krijg je de officiële uitslag. Voor skitechniek, didactiek en theorie moet je telkens minstens voldoende (B-score) scoren. Je moet ook je stageverslag en –bewijs indienen. Indien je geslaagd bent en je stageverslag en –bewijs is ingediend, krijg je het diploma bij het begin van het volgende seizoen. Als je een tekort hebt voor één of meerdere onderdelen kan je inschrijven voor een herexamen dat binnen de drie jaar dient afgelegd te worden. Als het tekort heel klein is, kan de docent een deliberatie voorstellen, mede op basis van de rest van je cijfers. Voor didactiek kunnen eventueel je proeflessen mee in rekening gebracht worden. Voor de praktijklessen is een aanwezigheid van 80% vereist.
De stage van 32 uur maakt integraal deel uit van de opleiding instructeur. Deze houdt in dat de kandidaat instructeur in totaal 32 uur stage loopt bij een skischool/skiclub of skiorganisatie. De stage dient voor minimum 50 % of 16 uur gegeven te worden op niveau instructeur. Over deze 32 uur worden door de kandidaat instructeur een verslag geschreven met daarin per uur opgave van: datum, aantal leerlingen, leeftijdscategorie, onderwerp, aanpak, probleem, didactische inbreng en de handtekening van de verantwoordelijke. Er wordt u een voorbeeld afgeleverd van een verslag over 1 uur. U dient de indeling exact over te nemen. Het verslag dient vergezeld te zijn van het stagebewijs dat door de verantwoordelijk van de skischool/skiclub of skiorganisatie wordt opgesteld en ondertekend. Het stageverslag en stagebewijs kan verstuurd worden per e-mail : annemie.smeets@bfsi.be .
Pas na inlevering van uw stageverslag en -bewijs ontvangt u uw diploma instructeur. Het stageverslag en -bewijs moet binnen de 3 jaar na het gedeelte praktijk ingediend worden op straffe van verval diploma. De cursist overhandigt aan BFSI via mail of post een stageverslag met daarin vermeld: plaats en datum van de gegeven lessen, aangebrachte leerstof en aantal leerlingen, lesmethode, gebruikte aanpak (globaal, analytisch...), eventueel ondervonden moeilijkheden en gevonden oplossingen, evolutie, naam en adres van de BFSI-docent, club- of reisverantwoordelijke, cursus verantwoordelijke of hoofdskileraar die ondertekend als stagebegeleider. Tevens overhandigt hij een stagebewijs afgetekend door skibaanverantwoordelijke of reisorganisator.
Download stagebewijs
Download stageverslag
4. TOELATINGSVOORWAARDEN
5. PROGRAMMA
Het docententeam wenst je succes!
1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus instructeur. Je bent dus ook geslaagd voor de opleiding initiator. De cursus bereidt je voor op het lesgeven aan gevorderde skiërs. Verder wordt er ook gewerkt aan het verbeteren van je eigen skitechniek en demo’s. Het diploma instructeur is de tweede stap van je opleiding binnen BFSI. De volgende stappen zijn skileraar en trainer.
2. INHOUD
De cursus bestaat uit 4 onderdelen: een didactisch gedeelte (lesgeven), een skitechnisch (eigen skitechniek en demo’s skiën), een praktisch gedeelte en een theoretisch gedeelte. Om je diploma te behalen, moet je slagen voor de drie onderdelen didactiek, techniek en theorie en moet je stage volbrengen bij een skischool of skireisorganisatie. De cursus wordt afgewerkt gedurende 2 dagen op een indoor skibaan en 7 dagen in de bergen. Op het einde van deze periode in de bergen worden de praktische examens afgenomen door één docent, d.w.z. didactiek en skitechniek. Er wordt van jou verwacht minstens 80% van het praktijkgedeelte aanwezig te zijn en open te staan voor de lessen van de docent . Een theoretisch deel wordt later tijdens een volledig weekend gegeven voor het theoretisch examen.
- A. Didactisch luik: Gedurende de cursus krijg je zowel en de voor- als in de namiddag les. Het leerplan wordt doorlopen van basisparallelbocht tot carven. ‘s Avonds worden deze lessen opnieuw doorgenomen. De docent geeft van elk onderwerp een typeles. Je geeft zelf minstens 1 proefles waarvan je onmiddellijk feedback krijgt. Op die manier kan je de examenles goed voorbereiden. De examenles wordt geloot op het einde van de cursus. Deze wordt geëvalueerd door één docent. Op het einde van de praktijkexamens worden de resultaten meegedeeld met feedback. Je bent geslaagd indien je minstens voldoende (B-score) behaalt. De lessen zijn: verfijning basisparallelbocht, parallelbocht met angulatie, hockeystop, bochten korte radius (aanleren, verbeteren dissociatie boven/onderlichaam, stuurverfijning), parallelbochten oneffen terrein, carven.
- B. Skitechnisch luik: Dagelijks wordt er tijd besteed aan het bijwerken van je skitechniek, aangevuld met videobesprekingen. Enerzijds worden je parallelbochten verbeterd en anderzijds wordt er gewerkt aan het afwerken van je demo’s op parallelniveau. Na een week trainen, moet je tonen dat je de gevraagde technieken beheerst en kan demonstreren. De demo’s worden op de juiste snelheid geskied. De demo’s zijn: hockeystop, vrije afdaling met ritmewissel, verfijning basisparallelbocht, parallelbocht met angulatie, carven, bochten korte radius, parallelbochten oneffen terrein. Iedere demo mag je tweemaal skiën, de behaalde punten worden samengeteld. Je bent geslaagd indien je minstens voldoende (B-score) behaalt per demo.
- C. Theoretisch luik: Na de praktijk volgt er nog een theorieweekend op de sportfaculteit in Leuven. Aanwezigheid is niet verplicht maar wordt toch sterk aangeraden. Hier krijg je nog een aantal vakken waarvan je later een theoretische examen aflegt: biomechanica, sneeuw –en lawinekunde, sportrecht, secourisme, onderhoud van de ski.
- D. Praktisch luik: Na de praktijk volgt er nog een praktisch gedeelte. Dit houdt in dat je een stage doet bij een skischool of -organisatie en dat je hierover een verslag en bewijs hiervan indient. In totaal moet je 32 u stage doen waarvan minstens 16 u op niveau instructeur moet les gegeven worden.
3. EXAMENREGELING
Als de drie onderdelen zijn afgewerkt, krijg je de officiële uitslag. Voor skitechniek, didactiek en theorie moet je telkens minstens voldoende (B-score) scoren. Je moet ook je stageverslag en –bewijs indienen. Indien je geslaagd bent en je stageverslag en –bewijs is ingediend, krijg je het diploma bij het begin van het volgende seizoen. Als je een tekort hebt voor één of meerdere onderdelen kan je inschrijven voor een herexamen dat binnen de drie jaar dient afgelegd te worden. Als het tekort heel klein is, kan de docent een deliberatie voorstellen, mede op basis van de rest van je cijfers. Voor didactiek kunnen eventueel je proeflessen mee in rekening gebracht worden. Voor de praktijklessen is een aanwezigheid van 80% vereist.
De stage van 32 uur maakt integraal deel uit van de opleiding instructeur. Deze houdt in dat de kandidaat instructeur in totaal 32 uur stage loopt bij een skischool/skiclub of skiorganisatie. De stage dient voor minimum 50 % of 16 uur gegeven te worden op niveau instructeur. Over deze 32 uur worden door de kandidaat instructeur een verslag geschreven met daarin per uur opgave van: datum, aantal leerlingen, leeftijdscategorie, onderwerp, aanpak, probleem, didactische inbreng en de handtekening van de verantwoordelijke. Er wordt u een voorbeeld afgeleverd van een verslag over 1 uur. U dient de indeling exact over te nemen. Het verslag dient vergezeld te zijn van het stagebewijs dat door de verantwoordelijk van de skischool/skiclub of skiorganisatie wordt opgesteld en ondertekend. Het stageverslag en stagebewijs kan verstuurd worden per e-mail : annemie.smeets@bfsi.be .
Pas na inlevering van uw stageverslag en -bewijs ontvangt u uw diploma instructeur. Het stageverslag en -bewijs moet binnen de 3 jaar na het gedeelte praktijk ingediend worden op straffe van verval diploma. De cursist overhandigt aan BFSI via mail of post een stageverslag met daarin vermeld: plaats en datum van de gegeven lessen, aangebrachte leerstof en aantal leerlingen, lesmethode, gebruikte aanpak (globaal, analytisch...), eventueel ondervonden moeilijkheden en gevonden oplossingen, evolutie, naam en adres van de BFSI-docent, club- of reisverantwoordelijke, cursus verantwoordelijke of hoofdskileraar die ondertekend als stagebegeleider. Tevens overhandigt hij een stagebewijs afgetekend door skibaanverantwoordelijke of reisorganisator.
Download stagebewijs
Download stageverslag
4. TOELATINGSVOORWAARDEN
- een verklaring ondertekenen waarbij de kandidaat bevestigt dat hij/zij geschikt is om de cursus te volgen en skiles te geven
- in het bezit zijn van het getuigschrift initiator BFSI of het getuigschrift initiator VTS op sneeuw of kunstpiste of het getuigschrift initiator ADEPS
- je moet tenminste 16 jaar zijn bij het begin van de opleiding
5. PROGRAMMA
- Theorie: sneeuw- en lawinekunde 3u, biomechanica 3u, onderhoud materiaal 2u, secourisme 2u, sportrecht 2u, specifieke didactiek en opbouw skileerplan 16u. Totaal: 28u.
- Praktijk: techniekprogramma instructeur, persoonlijke techniekverbetering en praktijkexamens. Totaal 50u.
- Toepaste didactiek: didactische oefeningen betreffende de leerstof. Totaal 20u.
- Stage 32u.
- Algemeen totaal: 130u
Het docententeam wenst je succes!
OPLEIDING SKILERAAR
1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus skileraar. De cursus skileraar beoogt een dubbel doel. De opleiding bouwt verder aan je didactische capaciteiten als skimonitor. Om deel te nemen aan deze cursus behaalde je minstens reeds het diploma instructeur BFSI of gelijkgeschakeld diploma. (informeer daarvoor het secretariaat) De skileraar bouwt verder op deze opleiding en bereid je voor om een bredere waaier aan skitechnieken aan te leren aan bedreven skiërs op alle terreinen, op snelheid. Naast het aanleren van de leerlijnen, de didactische opbouw, wordt er tijdens de opleiding gewerkt aan het verfijnen en verbeteren van je eigen skitechniek. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het kunnen skiën van verschillende bochten op snelheid, op alle terreinen. Het diploma van Skileraar geeft recht op de internationale IVSI - skilerarenpas met jaarzegel.
2. INHOUD
De cursus bestaat uit vier onderdelen. Een didactisch luik, een skitechnisch en een theoretisch gedeelte. Daarnaast moet je ook een schriftelijk werkje indienen. Om te diplomeren als skileraar moet je geslaagd zijn op alle onderdelen. Het didactisch gedeelte en het skitechnisch gedeelte worden gegeven en geëvalueerd in de bergen. De cursus skileraar wordt enkel op sneeuw georganiseerd omwille van de aard van het pakket techniek. Gedurende een week, van zaterdagmorgend tot vrijdagnamiddag, krijg je les in het hooggebergte. Er wordt van jou als cursist verwacht dat je minstens 80% van deze week actief deelneemt om te mogen deelnemen aan het examen. Op het einde van deze week wordt het examen (het didactisch luik en het skitechnisch deel) op locatie afgenomen door minstens twee BFSI docenten. Het deel theorie wordt in België gegeven voor vertrek en het theoretisch schriftelijk examen wordt na de "praktijkweek" in Leuven afgenomen. Het werkje schrijf je zelfstandig uit en stuur je door voor de afgesproken deadline. Omdat je zowel voor het didactisch als technische luik buiten de piste gaat skiën, ben je verplicht om te beschikken over bieper, sonde en schop tijdens de volledige duur van de opleiding. Dit materiaal moet je ook meebrengen op de praktijkdag sneeuw- en lawinekunde.
3. SCHRIFTELIJK WERKJE
Bij de examens worden drie onderdelen onderscheiden : theorie, techniek en praktijk didactiek. Om te slagen moet een kandidaat voldoende (B-score) behalen per onderdeel. De kandidaten die op een onderdeel onvoldoende behaalden, moeten enkel dit onderdeel herkansen. Om toegelaten te worden tot het examen wordt een aanwezigheid van 80% op de praktijklessen vereist (met een maximale afwezigheid van 2 dagen). Herkansingen zijn mogelijk voor theorie, techniek en praktijk didactiek. Herkansingen (didactiek, techniek en/of theorie) dienen binnen de drie jaar na het praktijkgedeelte afgelegd te worden. Herkansingen van theorie zijn steeds schriftelijk en worden afgenomen tijdens een georganiseerd theorie-examen. Na het afleggen van de herkansing praktijk moet ook onmiddellijk de herkansing theorie worden afgelegd. Tijdens het seizoen van de herkansing moet u tevens lid zijn.
5. TOELATINGSVOORWAARDEN
Het docententeam wenst je succes!
1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus skileraar. De cursus skileraar beoogt een dubbel doel. De opleiding bouwt verder aan je didactische capaciteiten als skimonitor. Om deel te nemen aan deze cursus behaalde je minstens reeds het diploma instructeur BFSI of gelijkgeschakeld diploma. (informeer daarvoor het secretariaat) De skileraar bouwt verder op deze opleiding en bereid je voor om een bredere waaier aan skitechnieken aan te leren aan bedreven skiërs op alle terreinen, op snelheid. Naast het aanleren van de leerlijnen, de didactische opbouw, wordt er tijdens de opleiding gewerkt aan het verfijnen en verbeteren van je eigen skitechniek. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het kunnen skiën van verschillende bochten op snelheid, op alle terreinen. Het diploma van Skileraar geeft recht op de internationale IVSI - skilerarenpas met jaarzegel.
2. INHOUD
De cursus bestaat uit vier onderdelen. Een didactisch luik, een skitechnisch en een theoretisch gedeelte. Daarnaast moet je ook een schriftelijk werkje indienen. Om te diplomeren als skileraar moet je geslaagd zijn op alle onderdelen. Het didactisch gedeelte en het skitechnisch gedeelte worden gegeven en geëvalueerd in de bergen. De cursus skileraar wordt enkel op sneeuw georganiseerd omwille van de aard van het pakket techniek. Gedurende een week, van zaterdagmorgend tot vrijdagnamiddag, krijg je les in het hooggebergte. Er wordt van jou als cursist verwacht dat je minstens 80% van deze week actief deelneemt om te mogen deelnemen aan het examen. Op het einde van deze week wordt het examen (het didactisch luik en het skitechnisch deel) op locatie afgenomen door minstens twee BFSI docenten. Het deel theorie wordt in België gegeven voor vertrek en het theoretisch schriftelijk examen wordt na de "praktijkweek" in Leuven afgenomen. Het werkje schrijf je zelfstandig uit en stuur je door voor de afgesproken deadline. Omdat je zowel voor het didactisch als technische luik buiten de piste gaat skiën, ben je verplicht om te beschikken over bieper, sonde en schop tijdens de volledige duur van de opleiding. Dit materiaal moet je ook meebrengen op de praktijkdag sneeuw- en lawinekunde.
- A. Didactisch luik: Gedurende de week krijg je zowel in de voor-als namiddag skiles. De opbouw voor elke skitechniek wordt uitgebreid aangebracht en ingeoefend. s' Avonds worden deze theorie opnieuw overlopen en via videobesprekingen wordt je eigen techniek bijgeschaafd. Je krijgt de kans een proefles te geven waar je onmiddellijk feedback op krijgt. Op die manier kan je je goed voorbereiden op de examenles die je moet geven aan de andere cursisten op het einde van de week. Het item dat jij moet geven wordt door een onschuldige hand getrokken. De examenles wordt geëvalueerd door je docent. Op het einde van de cursus wordt je meegedeeld of je al dan niet slaagde voor dit onderdeel. Indien je niet slaagt voor dit onderdeel kan je deelnemen aan een herexamen in het hooggebergte.
- B. Skitechnisch luik: Na een week intensief trainen toon je aan dat je de gevraagde technieken beheerst en kan demonstreren. De demo's moeten op snelheid worden geskied. De evaluatie gebeurt door minstens twee docenten BFSI. Het resultaat wordt op het einde van de week meegedeeld. Bij een onvoldoende is een herexamen mogelijk in het hoogegbergte. Bij een eventueel herexamen moeten alle demo's opnieuw worden afgelegd, ook diegene waar je voor slaagde.
- C. Theoretisch luik: Voor je naar de bergen vertrekt worden er twee theoriedagen georganiseerd. De eerste dag is een praktijkdag rond sneeuw- en lawinekunde. Deze dag staat in het teken van veiligheid bij skiën buiten de piste. Eerst wordt het theoretisch luik bekeken, in de namiddag volgt het praktijkgedeelte. Hiervoor dien je te beschikken over het nodige materiaal: bieper, schop en sonde. Deze dag is verplicht te volgen. De tweede dag is een theoriedag. Hier krijg je nog een aantal vakken waarvan je later een theoretisch examen aflegt: meteorologie, organisatie van de sport, onderhoud van een wedstrijdski, specifieke didactiek.
3. SCHRIFTELIJK WERKJE
- Optie 1: Tijdens deze opleiding train je je eigen techniek en verwerf je inzicht in de didactische opbouw. Je krijgt gelegenheid tot oefenen en regelmatig feedback van je docent. Tracht nu in een viertalpagina tellende reflectie je eigen techniek te analyseren. Je kan daarbij gebruik van de video's die werden genomen, maar ook op de opmerkingen van je docent en van je medecursisten. Beschrijf kort waar je sterk in bent, waar zie jij jezelf vol vertrouwen les in geven? Welke fouten maak je nog soms, regelmatig? Waar ligt de oorzaak van deze fouten? Welke oefeningen kan je doen om deze fouten aan te pakken?
- Optie 2: Je schrijft een persoonlijke bijdrage uit over een onderwerp dat relevant is voor een skileraar. Deze opdracht is ruim en open. Dat is ook zo bedoeld. Jullie hebben als skiër elk een eigen parcour afgelegd dat jullie tot hier bracht. Zo zijn sommige van jullie free-styleskiërs, sommige ervaren tourskiërs, andere hebben een technische bagage die relevant is bij lesgeven...Maak gebruik van je persoonlijke bagage om een bijdrage te leveren die nuttig kan zijn voor skileraren. Dat kan een analyse van een bepaald type bocht zijn, met opbouw en oefeningen. Het kan gaan om de bespreking van nieuwe skiregelementen ingevoerd in de bergen, een pedagogische aanpak die angst bij klanten vermindert, ... De lengte van je werk hangt af van wat je juist aanpakt. Toch moet het minstens 4 bladzijden omvatten.
- Optie 3: Je gaat op een tourtocht en daarbij ga je systematisch te werk en beschrijf je alle stappen. Je voegt een weerbericht, lawinerapport van die dag toe en legt uit wat je eruit afleidde. Beschrijf beknopt hoe je alles aanpakte, hoe het liep...? Voeg enkele foto's van de tocht toe aan je werkje. Reflecteer kort over deze uitstap. Wat ging goed, wat niet? ...
Bij de examens worden drie onderdelen onderscheiden : theorie, techniek en praktijk didactiek. Om te slagen moet een kandidaat voldoende (B-score) behalen per onderdeel. De kandidaten die op een onderdeel onvoldoende behaalden, moeten enkel dit onderdeel herkansen. Om toegelaten te worden tot het examen wordt een aanwezigheid van 80% op de praktijklessen vereist (met een maximale afwezigheid van 2 dagen). Herkansingen zijn mogelijk voor theorie, techniek en praktijk didactiek. Herkansingen (didactiek, techniek en/of theorie) dienen binnen de drie jaar na het praktijkgedeelte afgelegd te worden. Herkansingen van theorie zijn steeds schriftelijk en worden afgenomen tijdens een georganiseerd theorie-examen. Na het afleggen van de herkansing praktijk moet ook onmiddellijk de herkansing theorie worden afgelegd. Tijdens het seizoen van de herkansing moet u tevens lid zijn.
5. TOELATINGSVOORWAARDEN
- een verklaring ondertekenen waarbij de kandidaat bevestigt dat hij/zij medisch geschikt is om de cursus te volgen en skiles te geven
- in het bezit zijn van het getuigschrift instructeur BFSI
- Je moet tenminste 16 jaar zijn bij het begin van de opleiding
- theorie: meteorologie 2u, klaarmaken van een wedstrijdski 2u, gebruik maken van audio-visuele hulpmiddelen 1u, organisatie van het skionderricht 1u, specifieke didactiek en opbouw skileerplan 16u. Totaal 22u.
- praktijk techniek: van parallel draaien naar wedstrijdtechnieken, alle terreinsoorten, alle sneeuwsoorten, boekelpistentechniek, carvetechniek, praktijkexamens. Totaal 50u.
- praktijk sneeuw- en lawinekunde: 6u verplicht te volgen
- toegepaste didactiek: didactische oefeningen betreffende de leerstof 20u
- Algemeen totaal: 92u
Het docententeam wenst je succes!
OPLEIDING TRAINER
1. DOEL
De opleiding trainer beoogt een dubbel doel. De opleiding bouwt verder aan je didactische capaciteiten als skileraar. Om deel te nemen aan deze opleiding behaalde je minstens reeds het diploma skileraar BFSI of gelijkgeschakeld diploma. (informeer daarvoor het secretariaat). De opleiding trainer bouwt verder op deze opleiding en bereid je voor om wedstrijdtechnieken aan te leren aan bedreven skiërs en wedstrijdskiërs. Naast het aanleren van de leerlijnen en de didactische opbouw wordt er tijdens de opleiding gewerkt aan het verfijnen en verbeteren van je eigen slalom– en reuzenslalomtechniek. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het kunnen skiën van verschillende bochten op snelheid.
2. INHOUD
De opleiding bestaat uit twee onderdelen. Een skitechnisch luik en een theoretisch gedeelte. Om te diplomeren als trainer moet je geslaagd zijn op beide onderdelen. Het skitechnisch gedeelte wordt gegeven en geëvalueerd in de bergen. De opleiding trainer wordt enkel op sneeuw georganiseerd omwille van de aard van het pakket techniek. Gedurende een week, van zaterdagmorgend tot vrijdagnamiddag, krijg je les in het hooggebergte. Er wordt van jou als cursist verwacht dat je minstens 80 % van deze week actief deelneemt om te mogen deelnemen aan het examen. Het deel theorie wordt in België gegeven voor vertrek en het theoretisch schriftelijk examen wordt na de "praktijkweek" in België afgenomen.
3. EXAMEN
Bij de examens worden twee onderdelen onderscheiden : theorie en techniek. Om te slagen moet een kandidaat voldoende (B-score) behalen per onderdeel. De kandidaten die op een onderdeel onvoldoende behaalden, moeten enkel dit onderdeel herkansen. Om toegelaten te worden tot het examen wordt een aanwezigheid van 80% op de praktijklessen vereist (met een maximale afwezigheid van 2 dagen).
4. HEREXAMEN
Herkansingen zijn mogelijk voor theorie en techniek. Herkansingen (techniek en/of theorie) dienen binnen de drie jaar na het praktijkgedeelte afgelegd te worden. Herkansingen van theorie zijn steeds schriftelijk en worden afgenomen tijdens een georganiseerd theorie-examen. Na het afleggen van de herkansing praktijk moet ook onmiddellijk de herkansing theorie worden afgelegd. Tijdens het seizoen van de herkansing moet u tevens lid zijn. Herkansing techniek (RS en of SL) is enkel mogelijk in het hooggebergte en aansluitend bij een opleiding trainer. De aanvraag tot herkansing dient 1 maand vooraf per mail toe te komen bij niels.craenen@bfsi.be.
Het docententeam wenst je succes!
1. DOEL
De opleiding trainer beoogt een dubbel doel. De opleiding bouwt verder aan je didactische capaciteiten als skileraar. Om deel te nemen aan deze opleiding behaalde je minstens reeds het diploma skileraar BFSI of gelijkgeschakeld diploma. (informeer daarvoor het secretariaat). De opleiding trainer bouwt verder op deze opleiding en bereid je voor om wedstrijdtechnieken aan te leren aan bedreven skiërs en wedstrijdskiërs. Naast het aanleren van de leerlijnen en de didactische opbouw wordt er tijdens de opleiding gewerkt aan het verfijnen en verbeteren van je eigen slalom– en reuzenslalomtechniek. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het kunnen skiën van verschillende bochten op snelheid.
2. INHOUD
De opleiding bestaat uit twee onderdelen. Een skitechnisch luik en een theoretisch gedeelte. Om te diplomeren als trainer moet je geslaagd zijn op beide onderdelen. Het skitechnisch gedeelte wordt gegeven en geëvalueerd in de bergen. De opleiding trainer wordt enkel op sneeuw georganiseerd omwille van de aard van het pakket techniek. Gedurende een week, van zaterdagmorgend tot vrijdagnamiddag, krijg je les in het hooggebergte. Er wordt van jou als cursist verwacht dat je minstens 80 % van deze week actief deelneemt om te mogen deelnemen aan het examen. Het deel theorie wordt in België gegeven voor vertrek en het theoretisch schriftelijk examen wordt na de "praktijkweek" in België afgenomen.
- A. Skitechnisch luik (47u):Het skitechnisch luik bestaat uit twee onderdelen : reuzenslalom (RS) en slalom(SL). Tijdens de week wordt hiervoor getraind. Afhandelijk van de weersomstandigheden en de pistecondities wordt tijdens de week ook het examen hiervan afgenomen. Het examen bestaat uit twee afdalingen RS en twee afdalingen SL, waarvan de beste tijd per onderdeel telt. Tijdens deze week wordt het skitechnisch examen op locatie afgenomen door minstens twee BFSI docenten. Het resultaat wordt op het einde van de week meegedeeld. Bij een onvoldoende is een herexamen mogelijk in het hoogegbergte.
- B. Theoretisch luk: Voor je naar de bergen vertrekt worden er twee theoriedagen georganiseerd in België. Het theoretisch gedeelte bestaat uit volgende onderdelen:
- Traceren (6u): Hierbij wordt je inzicht gegeven in het plaatsen van reuzenslalom of slalom in een theoretisch en praktisch gedeelte. De verschillende combinaties van poorten wordt besproken en mogelijke hulpmiddelen die kunnen dienen om je trainingen te optimaliseren.
- Specifieke conditietraining (5u): Bij de opleiding initiator kreeg je reeds algemene conditietraining. Nu gaan we we al deze facetten uitgebreider bekijken met als doel een trainingsprogramma op te stellen voor je deelnemers. Ook hier wordt een deel theorie aangevuld met een praktijkgedeelte.
- Wedstrijdreglementen en FIS-puntenberekening (2u): Hier behandelen we de theoretische aspecten voor het correct traceren en skiën van een reuzenslalom of slalom. Tevens krijg je de basis voor het berekenen van FIS-punten en de betekenis ervan.
- Specifieke didactiek (20u): Doel, bewegingsopbouw, aangepaste oefeningen, foutenanalyse... van de tijdens de skiweek aangebrachte technieken worden ook bevraagd tijdens het theoretisch examen.
- Algemeen totaal: 80u
3. EXAMEN
Bij de examens worden twee onderdelen onderscheiden : theorie en techniek. Om te slagen moet een kandidaat voldoende (B-score) behalen per onderdeel. De kandidaten die op een onderdeel onvoldoende behaalden, moeten enkel dit onderdeel herkansen. Om toegelaten te worden tot het examen wordt een aanwezigheid van 80% op de praktijklessen vereist (met een maximale afwezigheid van 2 dagen).
4. HEREXAMEN
Herkansingen zijn mogelijk voor theorie en techniek. Herkansingen (techniek en/of theorie) dienen binnen de drie jaar na het praktijkgedeelte afgelegd te worden. Herkansingen van theorie zijn steeds schriftelijk en worden afgenomen tijdens een georganiseerd theorie-examen. Na het afleggen van de herkansing praktijk moet ook onmiddellijk de herkansing theorie worden afgelegd. Tijdens het seizoen van de herkansing moet u tevens lid zijn. Herkansing techniek (RS en of SL) is enkel mogelijk in het hooggebergte en aansluitend bij een opleiding trainer. De aanvraag tot herkansing dient 1 maand vooraf per mail toe te komen bij niels.craenen@bfsi.be.
Het docententeam wenst je succes!
THEORIE
REGLEMENT THEORIE
VRIJSTELLINGEN INSTRUCTEUR
VRIJSTELLINGEN SKILERAAR EN TRAINER
* = Vrijgesteld in afwachting van het effectief slagen in de opleiding Bachelor Lichamelijke Opvoeding of Kinésitherapie
** = Geaggregeerde voor het kleuteronderwijs, voor het lager onderwijs, voor het secundair onderwijs / Houder van getuigschrift Geïntegreerde Pedagogische Bekwaamheid (GPB)
*** = Brevet Nijverheidshelper (VK), Getuigschrift Basis-EHBO (VK), Getuigschrift EHBO-Jeugd B (VK), Brevet Eerstehulp (RK), Brevet Helper (RK), Brevet Bedrijfseerstehulp (RK), Badge 100 – Ambulancier-Hulpverlener (Dringende geneeskundige hulpverlening, DGH) (FOD) (sommige van deze opleidingen worden door VK of RK verstrekt in erkende opleidingscentra: CBMT, Mensura…)
**** = of geassimileerden:
REGLEMENT THEORIE
- Jaarlijks worden er twee theorieweekends georganiseerd, gevolgd door een theorie-examen. De cursisten hebben de keuze om hun examen af te leggen op het eerstvolgende of daaropvolgende theorie-examen dat na hun praktijkexamen wordt georganiseerd. Indien zij niet gebruik maken van één van de twee data, zullen zij voor het onderdeel theorie worden doorverwezen naar een herexamen.
- Cursisten die een vrijstelling kunnen bekomen voor één of meerder theorievakken op basis van onderstaande opsomming, dienen dit minstens 1 maand voorafgaand aan het theorie-examen, schriftelijk aan te vragen met de nodige bewijsstukken bij opleiding@bfsi.be.
- BFSI biedt voor cursisten met een functiebeperking mogelijke aanpassingen, wijzigingen examenvorm of -duur, ter ondersteuning van hun theoretisch examen. We doelen hiermee op cursisten bij wie er een blijvende of langdurige uitval is (minstens 12 maanden effectieve uitval en/of een uitval van 12 maanden die in de toekomst te voorzien is) op een of andere lichaamsfuncties in de International Classification of Functioning [ICF]. We onderscheiden hierbij 8 subgroepen: motorische functiebeperking, auditieve functiebeperking, visuele functiebeperking, leerstoornis, chronische ziekte, psychiatrische functiebeperking, overige en meervoudige functiebeperking. (VLOR, 2009) Cursisten die wensen gebruik te maken van extra ondersteuning dienen de aanvraag hiervoor minimaal 4 weken voor aanvang van het examen te richten aan info@BFSI.be. Hierin wordt verduidelijkt door de cursist welke maatregelen een ondersteuning bieden tijdens het examen theorie. Bij de aanvraag wordt attest of diagnoseverslag ter staving van de functiebeperking toegevoegd. De opleidingscommissie zal de aanvraag beoordelen en motiveren in welke mate ze kunnen tegemoet komen aan deze aanvraag.
- Lichamelijke Opvoeding (L.O.) Bachelor / Master: kinderski en algemene conditietraining en EHBO (1)
- L.O. Bijzondere Leermeester: EHBO (1)
- K.M.I.L.O. Onderrichter: EHBO (1)
- K.M.I.L.O. Hulponderrichter: EHBO (1)
- Sportkinesitherapie: EHBO (1)
- Sportgeneeskunde: EHBO (1)
- Sportverzorger (Syntra Vlaanderen): EHBO (1)
- Sportfunctionaris: EHBO (1)
- Kinesitherapie (Bachelor / Master): EHBO (1)
- Kinesitherapie Studenten geslaagd 1ste Bachelor (*)
- Geneeskunde (Bachelor / Master): EHBO (1)
- Tandheelkunde (Bachelor / Master): EHBO (1)
- Verpleegkunde (diploma A1 + A2 / Bachelor / Master): EHBO (1)
- Opleiding Eerstehulpverlening en Dringende geneeskundige hulpverlening (***): EHBO (1)
- Orthopedagogie (Bachelor): EHBO (1)
- Ergotherapie (Gegradueerde / Bachelor): EHBO (1)
- Hoger Redder / Basisredder / Duiker Redder: EHBO (1)
- Redder aan Zee / Duiker-Hulpverlener / Duiker 4*: EHBO (1)
- Initiator (/JSB) (andere sporttak) (****): EHBO (1)
- Instructeur (andere sporttak) (vóór 2002) (****): EHBO (1)
- Instructeur B (andere sporttak) (vanaf 2002) (****): EHBO (1)
- Trainer B (andere sporttak) (****): EHBO (1)
- Trainer A (andere sporttak) (****): EHBO (1)
- Bewegingsanimator (****): EHBO (1)
VRIJSTELLINGEN INSTRUCTEUR
- Lichamelijke Opvoeding (L.O.) Bachelor / Master: Sportrecht
- Sportfunctionaris: Sportrecht
- Trainer A (andere sporttak) (****): Sportrecht
VRIJSTELLINGEN SKILERAAR EN TRAINER
- Geen vrijstellingen mogelijk
* = Vrijgesteld in afwachting van het effectief slagen in de opleiding Bachelor Lichamelijke Opvoeding of Kinésitherapie
** = Geaggregeerde voor het kleuteronderwijs, voor het lager onderwijs, voor het secundair onderwijs / Houder van getuigschrift Geïntegreerde Pedagogische Bekwaamheid (GPB)
*** = Brevet Nijverheidshelper (VK), Getuigschrift Basis-EHBO (VK), Getuigschrift EHBO-Jeugd B (VK), Brevet Eerstehulp (RK), Brevet Helper (RK), Brevet Bedrijfseerstehulp (RK), Badge 100 – Ambulancier-Hulpverlener (Dringende geneeskundige hulpverlening, DGH) (FOD) (sommige van deze opleidingen worden door VK of RK verstrekt in erkende opleidingscentra: CBMT, Mensura…)
**** = of geassimileerden:
HEREXAMENS PRAKTIJK – DIDACTIEK EN TECHNIEK
NIVEAU INITIATOR
Indoor: Jaarlijks worden er twee herexamens georganiseerd – periode november/december en april/mei. Na de start van je opleiding heb je twee jaar tijd om deze af te ronden. Dit wil zeggen dat je tijdens deze twee jaar aan meerdere herexamens kan deelnemen, je eerste deelname kan pas 3 maanden nadat je de cursus heb gevolgd. Om deel te nemen moet je eerst je volledige cursus afgerond hebben, dit betekent zowal praktijk als theorie. Vooraf inschrijven via de website is verplicht. Je moet je per onderdeel (techniek, didactiek of theorie) apart inschrijven. Je moet ook lid zijn om aan het herexamen te kunnen deelnemen. 1 week voorafgaand aan het herexamen krijg je de planning via mail toegestuurd.
Buitenland : Een herexamen praktijk in het buitenland is niet mogelijk. Je kan enkel een herexamen indoor afleggen.
NIVEAU INSTRUCTEUR
Indoor : Jaarlijks worden er twee herexamens georganiseerd, periode november/december en april/mei. Na de start van je opleiding heb je twee jaar tijd om deze af te ronden. Dit wil zeggen dat je tijdens deze twee jaar aan meerdere herexamens kan deelnemen. Om deel te nemen moet je vooraf inschrijven via de website. Je moet je per onderdeel (techniek of didactiek) apart inschrijven. Je moet ook lid zijn om aan het herexamen te kunnen deelnemen. 1 week voorafgaand aan het herexamen krijg je de planning via mail toegestuurd.
Buitenland : Een herexamen praktijk in het buitenland is enkel mogelijk indien er op dat ogenblik ook een opleiding instructeur doorgaat en het aantal deelnemers aan deze opleiding dit mogelijk maakt. Hiervoor dien je minimum 14 dagen voor de aanvang van de opleiding een mail te sturen aan info@bfsi.be om hiervoor toelating te vragen. Na toelating dien je bij aanvang van de opleiding contact op te nemen met de desbetreffende docent om duidelijke afspraken te maken over je herexamen. Het herexamen dient binnen de twee jaar na het volgen van de opleiding afgelegd te worden.
NIVEAU SKILERAAR
Indoor : Er is geen mogelijkheid om een herexamen praktijk indoor af te leggen.
Buitenland : Een herexamen praktijk in het buitenland is enkel mogelijk indien er op dat ogenblik ook een opleiding skileraar doorgaat en het aantal deelnemers aan deze opleiding dit mogelijk maakt. Hiervoor dien je minimum 14 dagen voor de aanvang van de opleiding een mail te sturen aan info@bfsi.be om hiervoor toelating te vragen. Na toelating dien je bij aanvang van de opleiding contact op te nemen met de desbetreffende docent om duidelijke afspraken te maken over je herexamen. Het herexamen dient binnen de twee jaar na het volgen van de opleiding afgelegd te worden.
NIVEAU TRAINER
Indoor : Er is geen mogelijkheid om een herexamen praktijk indoor af te leggen.
Buitenland : Een herexamen reuzenslalom (RS) of speciaal slalom (SL) in het buitenland is enkel mogelijk indien er op dat ogenblik ook een opleiding trainer of een techniektraining RS / SL doorgaat. Hiervoor dien je 14 dagen voor de aanvang van de opleiding een mail te sturen aan opleiding@bfsi.be om hiervoor toelating te vragen. Na toelating dien je bij aanvang van de opleiding contact op te nemen met de desbetreffende docent om duidelijke afspraken te maken over je herexamen.
HEREXAMENS THEORIE NIVEAU INITIATOR / INSTRUCTEUR
Indien je een herexamen theorie hebt, kan je dit afleggen tijdens één van de twee theorie-examens die jaarlijks worden georganiseerd – periode nov/dec en april/mei. Kijk hiervoor op de website/ kalender voor de juiste datum en aanvang uur. Breng steeds je resultaat mee waarop vermeld staat welke onderdelen theorie je moet herkansen.
NIVEAU SKILERAAR / TRAINER
Indien je een herexamen theorie hebt, kan je dit enkel afleggen tijdens het theorie-examen dat wordt georganiseerd tijdens de periode april/mei. Kijk hiervoor op de website/ kalender voor de juiste datum en aanvang uur. Breng steeds je resultaat mee waarop vermeld staat welke onderdelen theorie je moet herkansen.
NIVEAU INITIATOR
Indoor: Jaarlijks worden er twee herexamens georganiseerd – periode november/december en april/mei. Na de start van je opleiding heb je twee jaar tijd om deze af te ronden. Dit wil zeggen dat je tijdens deze twee jaar aan meerdere herexamens kan deelnemen, je eerste deelname kan pas 3 maanden nadat je de cursus heb gevolgd. Om deel te nemen moet je eerst je volledige cursus afgerond hebben, dit betekent zowal praktijk als theorie. Vooraf inschrijven via de website is verplicht. Je moet je per onderdeel (techniek, didactiek of theorie) apart inschrijven. Je moet ook lid zijn om aan het herexamen te kunnen deelnemen. 1 week voorafgaand aan het herexamen krijg je de planning via mail toegestuurd.
Buitenland : Een herexamen praktijk in het buitenland is niet mogelijk. Je kan enkel een herexamen indoor afleggen.
NIVEAU INSTRUCTEUR
Indoor : Jaarlijks worden er twee herexamens georganiseerd, periode november/december en april/mei. Na de start van je opleiding heb je twee jaar tijd om deze af te ronden. Dit wil zeggen dat je tijdens deze twee jaar aan meerdere herexamens kan deelnemen. Om deel te nemen moet je vooraf inschrijven via de website. Je moet je per onderdeel (techniek of didactiek) apart inschrijven. Je moet ook lid zijn om aan het herexamen te kunnen deelnemen. 1 week voorafgaand aan het herexamen krijg je de planning via mail toegestuurd.
Buitenland : Een herexamen praktijk in het buitenland is enkel mogelijk indien er op dat ogenblik ook een opleiding instructeur doorgaat en het aantal deelnemers aan deze opleiding dit mogelijk maakt. Hiervoor dien je minimum 14 dagen voor de aanvang van de opleiding een mail te sturen aan info@bfsi.be om hiervoor toelating te vragen. Na toelating dien je bij aanvang van de opleiding contact op te nemen met de desbetreffende docent om duidelijke afspraken te maken over je herexamen. Het herexamen dient binnen de twee jaar na het volgen van de opleiding afgelegd te worden.
NIVEAU SKILERAAR
Indoor : Er is geen mogelijkheid om een herexamen praktijk indoor af te leggen.
Buitenland : Een herexamen praktijk in het buitenland is enkel mogelijk indien er op dat ogenblik ook een opleiding skileraar doorgaat en het aantal deelnemers aan deze opleiding dit mogelijk maakt. Hiervoor dien je minimum 14 dagen voor de aanvang van de opleiding een mail te sturen aan info@bfsi.be om hiervoor toelating te vragen. Na toelating dien je bij aanvang van de opleiding contact op te nemen met de desbetreffende docent om duidelijke afspraken te maken over je herexamen. Het herexamen dient binnen de twee jaar na het volgen van de opleiding afgelegd te worden.
NIVEAU TRAINER
Indoor : Er is geen mogelijkheid om een herexamen praktijk indoor af te leggen.
Buitenland : Een herexamen reuzenslalom (RS) of speciaal slalom (SL) in het buitenland is enkel mogelijk indien er op dat ogenblik ook een opleiding trainer of een techniektraining RS / SL doorgaat. Hiervoor dien je 14 dagen voor de aanvang van de opleiding een mail te sturen aan opleiding@bfsi.be om hiervoor toelating te vragen. Na toelating dien je bij aanvang van de opleiding contact op te nemen met de desbetreffende docent om duidelijke afspraken te maken over je herexamen.
HEREXAMENS THEORIE NIVEAU INITIATOR / INSTRUCTEUR
Indien je een herexamen theorie hebt, kan je dit afleggen tijdens één van de twee theorie-examens die jaarlijks worden georganiseerd – periode nov/dec en april/mei. Kijk hiervoor op de website/ kalender voor de juiste datum en aanvang uur. Breng steeds je resultaat mee waarop vermeld staat welke onderdelen theorie je moet herkansen.
NIVEAU SKILERAAR / TRAINER
Indien je een herexamen theorie hebt, kan je dit enkel afleggen tijdens het theorie-examen dat wordt georganiseerd tijdens de periode april/mei. Kijk hiervoor op de website/ kalender voor de juiste datum en aanvang uur. Breng steeds je resultaat mee waarop vermeld staat welke onderdelen theorie je moet herkansen.