OP ZOEK NAAR EEN OPLEIDING OF TRAINING?

SOORT
  • SOORT
  • Opleiding
  • Training
  • Avondtraining
  • Events
TYPE
  • TYPE
  • Toelatingsproef
  • Initiator
  • Instructeur
  • Skileraar
  • Trainer
  • Algemene Techniek
  • Voorbereiding initiator
  • Voorbereiding instructeur
  • Voorbereiding skileraar
  • Voorbereiding Herexamen
  • Slalom
  • Reuzenslalom
  • Bulten
  • Telemark
  • Slalom - Avond
  • Bulten - Avond
  • Algemene Techniek - Avond
  • Sneeuw en Lawinekunde
  • Herexamens
  • Events
PERIODE
  • PERIODE
  • Voor Hefstverlof
  • Herfstverlof
  • Tussen Herfstverlof en Nieuwjaar
  • Kerstweek
  • Tussen Nieuwjaar en Paasverlof
  • Paasverlof
  • Na Paasverlof
GEBIED
  • GEBIED
  • Hintertux
  • Stubai
  • Livigno
  • Terneuzen
  • Landgraaf
  • Antwerpen
  • Snowvalley Peer
  • Genk
  • Kronplatz
  • Ischgl
  • Zillertal
  • Valle d'Aosta
  • Winterberg
  • Puy Saint Vincent
  • Zugspitz Arena

Opleidingen

BELGIAN FEDERATION OF SNOWSPORT INSTRUCTORS

  • Het parcours
  • Toelatingsproef
  • Opleiding initiator
  • Opleiding instructeur
  • Opleiding skileraar
  • Opleiding trainer
  • Theorie
  • Herexamens
OPLEIDING SKILERAAR

1. DOEL
Je schreef je in voor de cursus skileraar. De cursus skileraar beoogt een dubbel doel. De opleiding bouwt verder aan je didactische capaciteiten als skimonitor. Om deel te nemen aan deze cursus behaalde je minstens reeds het diploma instructeur BFSI of gelijkgeschakeld diploma. (informeer daarvoor het secretariaat) De skileraar bouwt verder op deze opleiding en bereid je voor om een bredere waaier aan skitechnieken aan te leren aan bedreven skiërs op alle terreinen, op snelheid. Naast het aanleren van de leerlijnen, de didactische opbouw, wordt er tijdens de opleiding gewerkt aan het verfijnen en verbeteren van je eigen skitechniek. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het kunnen skiën van verschillende bochten op snelheid, op alle terreinen. Het diploma van Skileraar geeft recht op de internationale IVSI - skilerarenpas met jaarzegel.

2. INHOUD 
De cursus bestaat uit vier onderdelen. Een didactisch luik, een skitechnisch en een theoretisch gedeelte. Daarnaast moet je ook een schriftelijk werkje indienen. Om te diplomeren als skileraar moet je geslaagd zijn op alle onderdelen. Het didactisch gedeelte en het skitechnisch gedeelte worden gegeven en geëvalueerd in de bergen. De cursus skileraar wordt enkel op sneeuw georganiseerd omwille van de aard van het pakket techniek. Gedurende een week, van zaterdagmorgend tot vrijdagnamiddag, krijg je les in het hooggebergte. Er wordt van jou als cursist verwacht dat je minstens 80% van deze week actief deelneemt om te mogen deelnemen aan het examen. Op het einde van deze week wordt het examen (het didactisch luik en het skitechnisch deel) op locatie afgenomen door minstens twee BFSI docenten. Het deel theorie wordt in België gegeven voor vertrek en het theoretisch schriftelijk examen wordt na de "praktijkweek" in Leuven afgenomen. Het werkje schrijf je zelfstandig uit en stuur je door voor de afgesproken deadline.  Omdat je zowel voor het didactisch als technische luik buiten de piste gaat skiën, ben je verplicht om te beschikken over bieper, sonde en schop tijdens de volledige duur van de opleiding.  Dit materiaal moet je ook meebrengen op de praktijkdag sneeuw- en lawinekunde.
 
  • A. Didactisch luik: Gedurende de week krijg je zowel in de voor-als namiddag skiles. De opbouw voor elke skitechniek wordt uitgebreid aangebracht en ingeoefend. s' Avonds worden deze theorie opnieuw overlopen en via videobesprekingen wordt je eigen techniek bijgeschaafd. Je krijgt de kans een proefles te geven waar je onmiddellijk feedback op krijgt. Op die manier kan je je goed voorbereiden op de examenles die je moet geven aan de andere cursisten op het einde van de week. Het item dat jij moet geven wordt door een onschuldige hand getrokken.  De examenles wordt geëvalueerd door je docent. Op het einde van de cursus wordt je meegedeeld of je al dan niet slaagde voor dit onderdeel. Indien je niet slaagt voor dit onderdeel kan je deelnemen aan een herexamen in het hooggebergte.
  • B. Skitechnisch luik: Na een week intensief trainen toon je aan dat je de gevraagde technieken beheerst en kan demonstreren. De demo's moeten op snelheid worden geskied. De evaluatie gebeurt door minstens twee docenten BFSI. Het resultaat wordt op het einde van de week meegedeeld. Bij een onvoldoende is een herexamen mogelijk in het hoogegbergte. Bij een eventueel herexamen moeten alle demo's opnieuw worden afgelegd, ook diegene waar je voor slaagde.
  • C. Theoretisch luik: Voor je naar de bergen vertrekt worden er twee theoriedagen georganiseerd.  De eerste dag is een praktijkdag rond sneeuw- en lawinekunde.  Deze dag staat in het teken van veiligheid bij skiën buiten de piste.  Eerst wordt het theoretisch luik bekeken, in de namiddag volgt het praktijkgedeelte.  Hiervoor dien je te beschikken over het nodige materiaal: bieper, schop en sonde.  Deze dag is verplicht te volgen. De tweede dag is een theoriedag. Hier krijg je nog een aantal vakken waarvan je later een theoretisch examen aflegt: meteorologie, organisatie van de sport, onderhoud van een wedstrijdski, specifieke didactiek.

3. SCHRIFTELIJK WERKJE
  • Optie 1: Tijdens deze opleiding train je je eigen techniek en verwerf je inzicht in de didactische opbouw. Je krijgt gelegenheid tot oefenen en regelmatig feedback van je docent. Tracht nu in een viertalpagina tellende reflectie je eigen techniek te analyseren. Je kan daarbij gebruik van de video's die werden genomen, maar ook op de opmerkingen van je docent en van je medecursisten. Beschrijf kort waar je sterk in bent, waar zie jij jezelf vol vertrouwen les in geven? Welke fouten maak je nog soms, regelmatig? Waar ligt de oorzaak van deze fouten? Welke oefeningen kan je doen om deze fouten aan te pakken?
  • Optie 2: Je schrijft een persoonlijke bijdrage uit over een onderwerp dat relevant is voor een skileraar. Deze opdracht is ruim en open. Dat is ook zo bedoeld. Jullie hebben als skiër elk een eigen parcour afgelegd dat jullie tot hier bracht. Zo zijn sommige van jullie free-styleskiërs, sommige ervaren tourskiërs, andere hebben een technische bagage die relevant is bij lesgeven...Maak gebruik van je persoonlijke bagage om een bijdrage te leveren die nuttig kan zijn voor skileraren. Dat kan een analyse van een bepaald type bocht zijn, met opbouw en oefeningen. Het kan gaan om de bespreking van nieuwe skiregelementen ingevoerd in de bergen, een pedagogische aanpak die angst bij klanten vermindert, ... De lengte van je werk hangt af van wat je juist aanpakt. Toch moet het minstens 4 bladzijden omvatten.
  • Optie 3: Je gaat op een tourtocht en daarbij ga je systematisch te werk en beschrijf je alle stappen. Je voegt een weerbericht, lawinerapport van die dag toe en legt uit wat je eruit afleidde. Beschrijf beknopt hoe je alles aanpakte, hoe het liep...? Voeg enkele foto's van de tocht toe aan je werkje. Reflecteer kort over deze uitstap. Wat ging goed, wat niet? ...
4. EXAMEN
Bij de examens worden drie onderdelen onderscheiden : theorie, techniek en praktijk didactiek. Om te slagen moet een kandidaat voldoende (B-score) behalen per onderdeel. De kandidaten die op een onderdeel onvoldoende behaalden, moeten enkel dit onderdeel herkansen. Om toegelaten te worden tot het examen wordt een aanwezigheid van 80% op de praktijklessen vereist (met een maximale afwezigheid van 2 dagen). Herkansingen zijn mogelijk voor theorie, techniek en praktijk didactiek. Herkansingen (didactiek, techniek en/of theorie) dienen binnen de drie jaar na het praktijkgedeelte afgelegd te worden. Herkansingen van theorie zijn steeds schriftelijk en worden afgenomen tijdens een georganiseerd theorie-examen. Na het afleggen van de herkansing praktijk moet ook onmiddellijk de herkansing theorie worden afgelegd. Tijdens het seizoen van de herkansing moet u tevens lid zijn.

5. TOELATINGSVOORWAARDEN
  • een verklaring ondertekenen waarbij de kandidaat bevestigt dat hij/zij medisch geschikt is om de cursus te volgen en skiles te geven
  • in het bezit zijn van het getuigschrift instructeur BFSI
  • Je moet tenminste 16 jaar zijn bij het begin van de opleiding
6. PROGRAMMA
  • theorie: meteorologie 2u, klaarmaken van een wedstrijdski 2u, gebruik maken van audio-visuele hulpmiddelen 1u, organisatie van het skionderricht 1u, specifieke didactiek en opbouw skileerplan 16u.  Totaal 22u.
  • praktijk techniek: van parallel draaien naar wedstrijdtechnieken, alle terreinsoorten, alle sneeuwsoorten, boekelpistentechniek, carvetechniek, praktijkexamens.  Totaal 50u.
  • praktijk sneeuw- en lawinekunde: 6u verplicht te volgen
  • toegepaste didactiek: didactische oefeningen betreffende de leerstof 20u
  • Algemeen totaal: 92u


Het docententeam wenst je succes!